
Bart Eeckhout, chef politiek van De Morgen, pleit in zijn artikel “Het politieke onbehagen: een remedie in drievoud” voor samenvallende verkiezingen. Hij gebruikt daarvoor een aantal - om het zacht uit te drukken - dubieuze argumenten.
“De opeenvolging van verkiezingen zorgt (...) voor een perpetuum mobile van politieke instabiliteit. De niet aflatende kieskoorts verhindert compromisvorming,” aldus Eeckhout. Dit is op zijn minst een hoogst eigenaardige redenering. Ik kan immers zo voor de vuist een vijftal federale landen opnoemen waar federale en regionale verkiezingen apart georganiseerd worden. Blijkbaar vormt dit in “normale” landen geen enkel probleem. Blijkbaar is dat daar geen gevaar voor de stabiliteit van het land. In die landen vinden politici het immers normaal dat politieke compromissen uitgelegd en verdedigd worden aan een bevolking die heel goed beseft én aanvaardt dat eervolle compromissen een essentieel onderdeel uitmaken van een gezonde meerpartijendemocratie. In België echter moeten compromissen weggemoffeld worden in monsterovereenkomsten waarin geen kat haar jongen vindt, en sommige Vlaamse politici zouden het liefst hebben dat er 4 à 5 jaar overheen gaat vooraleer de bevolking er zich kan over uitspreken. De reden is nogal voor de hand liggend: ze zijn als de dood voor het oordeel van hun kiezers, en ze hopen dat het overgrote deel van hun electoraat tegen dan vergeten zal zijn dat ze een “eerloos” compromis geslikt hebben, of erger nog: dat ze ronduit kiezersbedrog gepleegd hebben. Ja, wanneer verkiezingen kort na elkaar georganiseerd worden, blijken politici nogal eens geneigd te zijn om tenminste een poging te ondernemen om hun verkiezingsbeloften gestand te doen. God behoede ons daarvoor!

De Belgische democratie beperk je volgens Eeckhout het best tot één keer om de 4 à 5 jaar een bolletje kleuren - en dan bij voorkeur voor die partij die je 4 à 5 jaar daarvoor bij de bok gedaan heeft - want die verkiezingscampagnes vergen toch zo veel van onze politici, och arme de sukkeltjes. Blijkbaar heeft Eeckhout er niet aan gedacht dat de oplossing voor dit probleem er bij voorkeur in bestaat dat politici hun mandaat, waarvoor ze door de bevolking verkozen werden, uitdoen. Dan hoeven ze niet om de 2 jaar aan verkiezingen deel te nemen, behalve in uitzonderlijke gevallen, wanneer ze beslissen om naar een ander niveau over te stappen, en zich dan definitief, zonder terugkeermogelijkheid binnen de legislatuur, laten opvolgen.

Filip D’Hose
Geraardsbergen